Mattis Van Schuylenbergh (° 1986) is a Belgian painter, living in Aalst. In 2010, his search for materials and design began: from acrylic to oil paintings, and from characters to the theme of silence and abstract enhancement of materials. A focal point through his works is the fascination for the painting perfection of classical Renaissance and Baroque artists, including Caravaggio and Velázquez. This is reflected in the realistic and detailed oil paintings of cityscapes, as well as his portrait art. E.g. mugshots of the outcasts of society are decorated with gold leaf, and as a result elevated to iconic paintings. His self-portraits, which are an ode to the old master’s techniques, bear witness to an aversion to the hypocrisy and vanity of the ‘self-generation’; An accusation against the narcissistic ideal image. The intriguing monochrome portraits provide a platform for the psychological approach of the object: introspective induced by obscuring the object, making it unobservable. The series of works inspired by gold foils, contain as a central concept the study of light and reflection. Gold foils are handed out in victim aid to generate heat, but have little intrinsic value despite their prestigious views. They are depicted as a beautiful tangible objects, which makes it alienating, or elevated in detail into an abstract scene. Mattis Van Schuylenbergh (°1986) is een Belgische kunstschilder uit Aalst. In 2010 startte zijn zoektocht naar materiaal en vormgeving: van acryl naar olieverf en van personages als thema naar stillevens en abstracte verheving van materialen. Een rode draad doorheen zijn werken is de fascinatie voor de schildertechnische perfectie van de klassieke renaissance- en barokkunstenaars, waaronder Caravaggio en Velázquez. Dit komt onder meer tot uiting bij de realistisch en gedetailleerde olieverfschilderijen van Aalsterse stadszichten alsook zijn portretkunst. Hierbij worden onder andere mugshots van de afvalligen van de maatschappij met omlijsting van bladgoud verheven tot iconen van de schilderkunst. Zijn zelfportretten, die een ode zijn aan de oude technieken van de grote meesters, getuigen van een aversie tegen de hypocrisie en ijdelheid van de ‘selfie-generatie’; een aanklacht tegen het narcistische ideaalbeeld. De intrigerende monochrome portretten bieden een platform tot de psychologische benadering van het object: introspectie opgewekt door verhulling van het object, het niet-waarneembare tastbaar maken. De reeks werken geïnspireerd op goudfolies, hebben als centraal concept de studie van licht en reflectie. Goudfolies worden uitgedeeld bij slachtofferhulp om warmte te genereren, en hebben weinig intrinsieke waarde ondanks hun prestigieuze uitzicht. Zij worden verbeeld als een schitterend tastbaar object, wat het vervreemdend maakt, of in detail verheven wordt tot een abstract tafereel.
|